Rijksoverheid, Betonakkoord en Bouwakkoord Staal samen voor effectieve duurzame transitie

Eenduidige milieuprestatie- en duurzaamheidseisen bij aanbesteding en contractvorming van bouw- en infraprojecten zijn cruciaal voor het (verder) verduurzamen van de gehele beton- en staalbouwsector in Nederland. Hiertoe zou de rijksoverheid een wettelijke regeling in het leven moeten roepen.

Dat was de oproep van een delegatie van het Betonakkoord en Bouwakkoord Staal aan minister Mark Harbers en staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat tijdens een informatiebijeenkomst, dinsdag 31 oktober jl. in Den Haag. De beide bewindspersonen waarderen de roep vanuit de sectoren om overheidsregulering en maken een plan dat binnen enkele maanden wordt aangeboden aan de Tweede Kamer.

Met inbreng van alle betrokken geledingen werken de Nederlandse beton- en staalbouwsector al intensief aan de verdere verduurzaming van het gebruik van beton en staal in de bouw en infrastructuur. De doelgerichte ambities, strategie en acties daartoe, zijn vastgelegd in het Betonakkoord en Bouwakkoord Staal en bijbehorende roadmaps.

Maar voor een geslaagde transitie naar klimaatvriendelijk, CO2-neutraal en circulair ontwerpen, produceren en bouwen met staal en beton, zijn uniforme prestatie-eisen van opdrachtgevers van bouw- en infraprojecten onontbeerlijk. Alleen als deze eisen in de aanloop naar 2030 steeds strikter worden, gaat ‘t de beide sectoren ook echt lukken om de uitstoot van CO2 drastisch terug te brengen en de circulariteit, op basis van hergebruik van bouwwerken en bouwelementen, op een hoger plan te brengen.

Tijdens de informatiebijeenkomst gaf Jacqueline Cramer, als voorzitter van zowel het Betonakkoord en het Bouwakkoord Staal, een toelichting op het verzoek aan de rijksoverheid:

‘Staal en beton zijn de meest gebruikte bouwmaterialen. Wereldwijd dragen ze respectievelijk 4% en 7% bij aan de CO2-uitstoot en leiden ze tot grote afvalstromen. Benadrukt moet worden dat de Nederlandse betonsector een lagere CO2-impact heeft (3-4%) vanwege het gebruik van hoogovenslakken en vliegas. Omdat deze grondstoffen schaarser worden, is de betonsector ook om die reden genoodzaakt alternatieven te gaan ontwikkelen en toepassen.

Daarom zet het veel zoden aan de dijk om deze materialen te verduurzamen. En dat kan. Het Betonakkoord en het Bouwakkoord Staal hebben beiden een plan opgesteld om ambitieus te verduurzamen. De ambitie is dat we bij staal in 2030 de CO2-uitstoot met zo’n 80% kunnen verlagen en bij beton zover mogelijk proberen te komen richting klimaatneutraal.

In beide gevallen kunnen we circulair worden, dat wil zeggen grondstoffen in de kringloop houden door zoveel mogelijk hergebruik en vervolgens de rest te recyclen. Door slim, modulair en circulair te ontwerpen, kunnen we in de gehele keten van staal en beton komen tot vermindering van materiaalgebruik, het bouwproces versnellen en de kosten-efficiëntie verhogen.

Kortom, ambitieuze maar ook realistische plannen. Het Betonakkoord en Bouwakkoord Staal hebben met alle ketenpartijen het huiswerk gedaan om deze ambitieuze plannen grootschalig te kunnen uitrollen. Maar bij die opschaling is de actieve inzet van de Rijksoverheid nodig.’

Koploper-peloton aanpak

Uitgangspunt bij de opschaling van de verduurzaming van beton en staal is de zogeheten koploper-peloton aanpak. Deze aanpak houdt in dat innovatieve opdrachtgevers, die vernieuwing willen aanjagen, via gunningscriteria hun aanbesteding of tender innovatief uitvragen. Dat moet op een zodanige schaal gebeuren dat bij goed resultaat van een innovatie, deze innovatie na twee á drie jaar door de volgers (het peloton) kunnen worden geadopteerd. De contracteisen voor het peloton worden gebaseerd op de milieuprestaties van de innovaties die volgens deze aanpak zijn beproefd.

Om de gehele beton- en staalsector in de bouw daarin mee te krijgen, is wettelijke harmonisering van deze prestatie-eisen in contracten een cruciale factor. Volgens alle participanten in het Betonakkoord en Bouwakkoord Staal is deze harmonisering noodzakelijk omdat het:

• een gelijk speelveld biedt;

• voorspelbaarheid en zekerheid geeft in de markt over toekomstige investeringen en

• zorgt voor gezamenlijke opschaling van reeds beschikbare, innovatieve technologie.’

Op weg naar wettelijke regeling

Het verzoek vanuit het Betonakkoord en Bouwakkoord Staal aan minister Harbers en staatssecretaris Heijnen is een wettelijke regeling te treffen met als doel de contracteisen van opdrachtgevers te uniformeren en in de tijd aan te scherpen. Nu vragen de meeste opdrachtgevers op verschillende wijzen en doorgaans volgens traditionele standaarden uit. Verduurzaming van de beton- en staalsector in de bouw vereist, dat die standaarden ambitieuzer worden. Daarom vragen beide sectoren aan de Rijksoverheid de aanscherping van de contracteisen te reguleren.

Samen met de sectoren

Staatssecretaris Heijnen laat onderzoeken of zo’n wettelijke regeling juridisch mogelijk is en op voldoende draagvlak binnen beide sectoren kan rekenen. Ze begrijpt het belang van uniformiteit in de manier van aanbesteden en gaat hiervoor een plan opstellen dat binnen afzienbare tijd aan de Tweede Kamer wordt voorgelegd.

Bij de planvorming wil ze de twee sectoren nauw betrokken. Daarom benadrukte de bewindsvrouw: ‘Wees er scherp op, dat jullie je voldoende aangehaakt voelen. Trek anders aan de bel.’ Waaraan minister Harbers toevoegde: ‘Zorg dat de positieve bijdrage die bouwmaterialen kunnen leveren, maatschappelijk over het voetlicht komen. Er is nog onvoldoende publiek bewustzijn, welke bijdrage beton en staal kunnen leveren aan de verduurzaming in de bouw. Weinigen zijn zich ervan bewust, dat er voor beton en staal nog een grote verduurzamingsslag te maken is. Wij gaan dit als ministerie ook meer in de spotlights zetten – samen met de markt.’

  • Foto: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.