Windmolens jagen staaltoepassing aan

De opmars van windmolens voor het winnen van ‘groene’ energie blijkt het bouwproduct staal geen windeieren te leggen. Ook de laatste jaren blijft de afzet van constructiestaal voor de bouw in de lift zitten en die groei is vooral terug te voeren op de aanhoudende aanwas van windmolens op land en op zee. Dat valt op te maken uit een recente marktanalyse van Bouwen met Staal.

In het kader van het Bouwakkoord Staal heeft Bouwen met Staal in kaart gebracht hoe ’t momenteel staat met het gebruik van staal voor constructie binnen de Nederlandse bouw. In 2021 heeft de sector in totaal 1.460 kiloton constructiestaal toegepast, zo blijkt uit de cijfers van de kennisorganisatie. In 1990 was dat nog 1.294 kiloton, een toename van 13 procent.

Gesegmenteerd naar type halffabrikaat, komt het leeuwendeel van die groei voor rekening van warmgewalste dikke plaat, ofwel Quarto-plaat. In iets meer dan 30 jaar tijd is het gebruik van Quarto opgelopen van 350 tot 516 kiloton. Vooral de laatste jaren neemt de toepassing ervan flink toe vanwege de bouw van windmolens, en dan vooral offshore waar omvangrijke windparken verrijzen. ‘Een logische ontwikkeling’, vindt de hoogleraar Bouwmaterialen aan de TU Eindhoven, Jos Brouwers. ‘Bij constructies die extreme belastingen moeten dragen, is een sterk materiaal nodig’.

Inmiddels heeft de offshore een aandeel van 21% in het totale gebruik van staal in de bouw. Alleen naar de ‘industrie’ gaat meer constructiestaal, 41%. Nog steeds is dit marktgebied, waartoe onder meer bedrijfshallen, distributiecentra en datacentra behoren, het grootste toepassingsgebied voor constructiestaal.

Maar de komende jaren zal de staalsector ’t vooral moeten hebben van de vraag naar staal voor windmolens, stelt Bouwen met Staal. Alleen al voor aanleg in 2023 staan nieuwe, grootschalige windparken op zee op stapel bij ‘Hollandse Kust’ (noord, zuid en west) en IJmuiden Ver. Conform de Routekaart Windenergie op zee van de Rijksoverheid moet Nederland in 2030 in totaal 11 GW windenergie kunnen produceren. In een ‘gemiddelde’ windturbine, goed voor 3 MW, gaat zo’n 300 ton staal zitten. Voor 11 GW is dan tot 2030 in totaal 330 kiloton dikke plaat nodig, aldus Bouwen met Staal.