Samenwerkingsverklaring legt basis voor bouwmaterialenakkoord

Een essentiële stap op weg naar een landelijk akkoord voor versnelde verduurzaming van alle materialen in de bouw. Dat is, kort gesteld, de betekenis en waarde van de Samenwerkingsverklaring bouwmaterialenakkoord, die onlangs is bekrachtigd door de ministeries van Binnenlandse Zaken, Infrastructuur en Waterstaat, en Economische Zaken en Klimaat tezamen met tal van vertegenwoordigers van de verschillende materiaalketens. Namens staal zette Jacqueline Cramer, voorzitter van het Bouwakkoord Staal, haar handtekening.

De samenwerkingsverklaring vormt het fundament voor een toekomstig bouwmaterialenakkoord dat voorziet in afstemming en mogelijk zelfs synergie tussen de ambities, plannen en acties op het gebied van verduurzaming binnen de verschillende bouwmateriaalketens, van baksteen en beton tot en met gips, hout en staal.

Elk materiaal of product voor de bouw kent zijn eigen keten en elke keten volgt zo zijn eigen route naar (verdere) verduurzaming. Om de milieu-impact door bouwen en gebouwen snel, substantieel te verlagen en de Nederlandse bouweconomie volledig circulair te maken, is inzicht in elkaars aspiraties en activiteiten en samenwerking tussen de ketens gevraagd. Het bouwmaterialenakkoord moet dit gaan verankeren.

Begin vorig jaar zijn de eerste contouren van het akkoord al geschetst. In de samenwerkingsverklaring hebben het Rijk en marktpartijen nu vastgelegd wat de gedeelde ambities zijn, wat nodig is om de verduurzaming in de verschillende ketens ‘keten-overstijgend’ inzichtelijk te maken en onder welke voorwaarden een algehele versnelling haalbaar is.

‘Met de MilieuPrestatie Gebouwen hebben we een sturingsmiddel voor circulariteit op gebouwniveau. De MPG wordt binnenkort aangescherpt en uitgebreid naar andere gebouwfuncties. Maar om tot een circulair gebouw te komen, moeten er op materiaalniveau nog grote stappen worden gezet. Bijvoorbeeld op het gebied van materiaalgebonden emissies, milieukosten en grondstoffengebruik. Inzicht in de uitdagingen en stappen binnen een keten is daarvoor cruciaal.’, aldus Ruben Zonnevijlle van het DGBC, die het initiërende ministerie van Binnenlandse Zaken heeft geadviseerd bij de totstandkoming van de samenwerkingsverklaring.

In de samenwerkingsverklaring is ook gedocumenteerd welke gezamenlijke acties nodig zijn om te komen tot een uitgewerkt bouwmaterialenakkoord. Streven is om het convenant in de zomer 2025 gereed te hebben.