Nationaal Programma, nieuwe aanjager circulaire economie

Staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat heeft afgelopen week het Nationaal Programma Circulaire Economie 2023–2030 aangeboden aan de Tweede Kamer. Hierin heeft het Rijk tal van aangescherpte en nieuwe maatregelen vervat voor verschillende economische sectoren om de Nederlandse economie per 2050 100% circulair te hebben. De bouwsector krijgt daarbij aparte aandacht.

Vanaf 2050 dient de economie in Nederland volledig circulair te zijn, onder meer door veel minder aanspraak te maken op schaarse (primaire) grondstoffen en door veel meer recycling en hergebruik van materialen en producten. De Rijksoverheid heeft de beleidsdoelen en -strategieën daartoe al in 2016 vastgelegd in het Rijksbrede programma Circulaire Economie. Bij deze beleidsnota gaat een Uitvoeringsprogramma dat geregeld een update krijgt voor een actueel overzicht van alle relevante ontwikkelingen en activiteiten in het kader van een circulaire economie.

Desondanks boekt Nederland nog onvoldoende progressie om over 27 jaar inderdaad geheel circulair te zijn, zo concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving eind vorige maand na onderzoek. Om op koers te komen, zijn volgens PBL extra maatregelen van overheidswege gevraagd.

Daarom komt het Ministerie van I en W, samen met andere direct betrokken ministeries als dat van EZK, LNV en VRO, met het Nationaal Programma Circulaire Economie. In navolging van het Rijksbrede programma beoogt de nieuwe beleidsnota per 2050 alleen nog herbruikbare grondstoffen in omloop te hebben. En producten dienen dan te worden gefabriceerd, gedistribueerd en geconsumeerd in gesloten kringlopen. Zodat de waarde van grondstoffen, materialen en producten zo lang mogelijk behouden blijft en er bijna geen afval meer is.

Om die aspiraties per 2050 te verwerkelijken, moet het tempo van de transitie naar een circulaire economie omhoog. Het Nationaal Programma wil hierin voorzien door, bestaande, voornamelijk stimulerende maatregelen aan te scherpen, maar ook door nieuwe normerende en beprijzende maatregelen af te kondigen, compleet met ‘effectdoelen’.

Het programma concentreert zich op een vijftal zogeheten prioritaire productketens: biomassa & voedsel, consumptiegoederen, kunststoffen, maakindustrie en de bouw. Voor deze ketens zijn in 2018 al transitieagenda’s opgesteld. Als vervolg hierop geeft het programma de benodigde nieuwe en aangescherpte maatregelen voor díe productgroepen binnen de productketens die een relatief grote impact hebben op het milieu.

Binnen de productketen ‘bouw’ gaat ’t dan om de productgroepen woningen, kantoren, overige gebruiksfuncties (waaronder bedrijfshallen) en om viaducten, bruggen en wegverhardingen.

Voor bijvoorbeeld kantoren-nieuwbouw heeft het programma een aanscherping van de milieuprestatie-eis gebouwen in petto, van de huidige 1,0 (sinds 2021) naar 0,7 of misschien nog lager. Daarnaast gaat het Rijk een routekaart opstellen voor hoogwaardig hergebruik van bestaande kantoorgebouwen. Bovendien wordt het circulair inkopen en aanbesteden bij (kantoor)projecten door rijksdiensten als het Rijksvastgoedbedrijf verder gestimuleerd. Dat dient tevens als aanmoediging van marktpartijen om ook circulair te gaan aanbesteden.

De kantoor-maatregelen dienen bij te dragen aan grootschaliger hergebruik van materialen, toepassing van herbruikbare materialen en ‘concepten’ als remontabel bouwen binnen deze productgroep. Daarnaast dienen ze als stimulans voor meer hergebruik van bestaande kantoorgebouwen, middels renovatie of transformatie. In transformatie van gebouwen met een afgewogen functiemenging (bijvoorbeeld wonen, gecombineerd met werken en winkelen), zien de beleidsmakers een probaat middel om hardnekkige leegstand in (stedelijke) gebieden het hoofd te bieden en er de (economische) vitaliteit terug te brengen.

Voor de bouwsector als geheel neemt het Nationaal Programma Circulaire Economie als vertrekpunt dat vanaf 2050 het ontwikkelen, gebruiken en hergebruiken van gebouwen, infrastructuur en gebieden gebeurt zonder natuurlijke hulpbronnen onnodig uit te putten, de leefomgeving te vervuilen en ecosystemen aan te tasten. Daartoe dienen materialen en producten te worden toegepast met een zo laag mogelijke milieu-impact over de gehele levenscyclus, van grondstofwinning en productie tot en met afdanking en hergebruik.

  • Het Nationaal Programma Circulaire Economie 2023–2030 is gratis als PDF te downloaden van deze pagina van rijksoverheid.nl. Hierop vindt u ook de Kamerbrief van staatssecretaris Heijnen en een Engelstalige samenvatting van de publicatie.
    • Foto: Sports Building, het nieuwe sportzalencomplex van Erasmus Universiteit Rotterdam (Venhoeven CS, © Ossip van Duivenbode). Het modulaire (en mede daarmee) flexibele en herbruikbare staalskelet gaat samen met hergebruik van circulair geoogste metalen panelen voor de plafonds en dito houten vloerdelen voor de afwerking van binnenwanden.