Doel duurzame-energieproductie vergt volharding

Het nationale streven om in Nederland per 2030 tenminste 35 terawattuur (TWh) aan stroom duurzaam op te wekken, is nog altijd bereikbaar, maar vraagt wel doorzettingsvermogen. Dat stelt Kristel Lammers, directeur van het Nationaal Programma Regionale Energie Strategie bij de halfjaarlijkse programma-update.

Om het 2030-doel te bereiken, moeten in ons land nog meerdere wind- en zonprojecten hun beslag krijgen, maar strengere regels en gebrek aan ruimte maken ’t steeds lastiger om het tempo erin te houden. ‘Daar blijkt veel volharding en creativiteit voor nodig, want er komen steeds minder plekken voor zon en wind op land’, aldus Lammers. ‘Je merkt dat de pijplijn met projecten zichtbaar aan het opdrogen is. Het wordt taai om van ambitie naar een concreet project te komen.’

Windturbines en zonneparken vragen om ruimte, maar die ruimte is in Nederland niet ruim voorradig. Bovendien ‘zien we dat andere ‘ruimtevragers’ veel actiever zijn geworden. Denk aan woningbouw, bedrijventerreinen en Defensie dat wil uitbreiden”, bemerkt Lammers. ‘Dat raakt direct de duurzame opwek op land. We moeten er met z’n allen de schouders onder blijven zetten om die 35 TWh in 2030 te halen. Het tempo erin houden, is daarvoor essentieel.’

Eind vorig jaar concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) nog dat het energiedoel ‘goed haalbaar is’. Inmiddels heeft ook het PBL de verwachtingen getemperd. Zo wordt de ambitie belemmerd door de aangescherpte regelgeving voor het aanleggen van zonnevelden op landbouwgronden en in natuurgebieden. Voor windturbines zijn strengere voorschriften in aantocht als gaat om geluidsproductie en afstand tot gebouwen in de omgeving. ‘Het is niet zo dat dan niets meer kan. Maar het aantal plekken om uit te kiezen, neemt wel heel zwaar af’, aldus Lammers.

Sommige provincies zien wel brood in een kleine kerncentrale, een zogeheten Small Modular Reactor (SMR), als mogelijke bron van duurzame energie in de toekomst. ‘De energiemix moet heel breed zijn, dus ik ben hier absoluut geen tegenstander van’, reageert Thijs Kuipers, die zich binnen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ontfermt over energiezaken. ‘Maar er zijn provincies die hopen dat SMR’s dé oplossing zijn, om dan nu maar geen zonne- en windenergie te hoeven realiseren. Dat is het probleem doorschuiven naar de toekomst.’

Het Nationaal Programma Regionale Energie Strategie voorziet in een gecoördineerde, praktische uitwerking van een groot aantal afspraken uit het Klimaatakkoord binnen een dertigtal regio’s in het land. In elke regio werken daartoe overheden, maatschappelijke organisaties, bedrijven, netbeheerders en waar mogelijk ook bewoners samen, volgens een Regionale Energie Strategie (RES). Naast de productie van elektriciteit uit duurzame bronnen zetten zij zich in voor warmte-opwekking uit duurzame bronnen en de daarvoor benodigde opslagfaciliteiten en infrastructuur.

  • Foto: Provincie Gelderland.