Circulariteit in detail

Hoe ontwerp je een gebouw zó, dat de onderdelen – van bijvoorbeeld draagconstructie, gevels, daken – later weer gemakkelijk kunnen worden gedemonteerd voor toekomstig hergebruik? ISSO heeft de mogelijkheden en aandachtspunten daarvoor vastgelegd in het rapport ‘Circulariteit in referentiedetails’.

In 2050, het is genoegzaam bekend, moet de Nederlandse economie 100% circulair zijn. Voor de bouw houdt dat in dat alle materialen, producten en systemen, verwerkt in een gebouw, opnieuw inzetbaar moeten zijn als het gebouw (bijvoorbeeld) overbodig is geworden. Dat kan door de elementen van de hoofddraagconstructie, vloeren, gevels en dak in te zetten als ‘grondstof’ bij de fabricage van nieuwe materialen (recyclen, hernieuwen), maar ook – en liever nog – door ze her te gebruiken als compleet element, met weinig tot geen bewerking. Design for Disassembly (in goed Nederlands: ontwerpen voor demontage) is hiertoe de aangewezen strategie. Ontwerpers die daar werk van willen maken, krijgen de benodigde praktische kennis en adviezen aangereikt via het rapport ‘Circulariteit in ISSO-Referentiedetails’.

Bij een dertigtal referentiedetails belicht de publicatie de opties voor demontage ofwel losmaakbaarheid voor hergebruik van de onderdelen in de toekomst. ‘Per verbinding en per element is aangegeven hoe losmaakbaar ze zijn, aan de hand van een kleurcodering’, aldus ISSO’s technisch specialist Noortje Alders. ‘Hierbij is groen het best losmaakbaar, paars het slechtst. Zo is in één oogopslag te zien in hoeverre de verschillende elementen in een verbinding beschadigd zouden zijn na eventuele sloop, en of ze nog geschikt zouden zijn voor hergebruik. In het rapport staat meer over de bepalingsmethode die we hebben toegepast om de losmaakbaarheid te berekenen’.

Die bepalingsmethode is de Building Circularity Index, recent ontwikkeld door Alba Concepts. Bij deze methode wordt de circulariteit van een vastgoedobject vastgesteld door in kaart te brengen welke materialen zijn toegepast én hoe ze zijn toegepast, inclusief de mate van losmaakbaarheid. Door de uitkomsten vast te leggen in een materialenpaspoort is op elk gewenst moment, bij bijvoorbeeld uitbreiding of afdanking van het gebouw, te zien waar de materialen vandaan komen en of ze (gemakkelijk) losmaakbaar zijn.

Naast het rapport zijn de bestaande ISSO-Referentiedetails (voorheen SBR-Referentiedetails) voorzien van zogeheten prestatielayers voor toekomstig hergebruik. Hiermee is de losmaakbaarheid van de bouwkundige aansluitingen voor verschillende hergebruikscenario’s zichtbaar gemaakt.

Aan de publicatie is meegewerkt door onder meer Alba Concepts, Nieman Raadgevende Ingenieurs, Nationale Milieudatabase, NIBE, Kiwa BDA, NVPU (Nederlandse Vereniging van Polyurethaan hardschuim fabrikanten) en Bouwen met Staal.

  • Het rapport ‘Circulariteit in referentiedetails’ is verkrijgbaar op papier (voor € 70 p. ex.). Wie beschikt over een gratis ISSO-profiel kan de publicatie kosteloos raadplegen via open.isso.nl.
  • Foto: bouw bedrijfsgebouw Fokker 7/8, Schiphol-Oost (Delta Development Group).