Naar ontwerp van Zecc Architecten is de 100-jarige, leegstaande watertoren aan de Amsterdamseweg in Utrecht omgevormd tot bijzondere behuizing van een riante meerlaagse woning, drie compacte studio-appartementen en (toekomstige) commerciële voorzieningen. De benodigde ingrepen voor de nieuwe functies, zoals een nieuwe lift, trappen, vensters en loggia’s maken als vanzelfsprekend deel uit van de Amsterdamse School-architectuur van de oudbouw.
Met behoud van de kenmerkende, robuuste metselwerkwanden en houten en betonnen vloeren zijn op de eerste, tweede en derde verdieping de drie identieke, studio’s ingevoegd, steeds één appartement per verdieping. Voor het contact met de omgeving is in de gevel op elke verdieping een grote opening gemaakt: een nieuwe ‘tijdlaag’ van stalen vouwpuien in een kader van weervast staal. De puien kunnen helemaal open, waardoor het appartement wordt verrijkt met een loggia.
Boven de studio-appartementen is nagenoeg de gehele toren gereserveerd voor een exclusieve villa van 400 m2. Vrijwel alle ruimten zijn ondergebracht ín het oude, gebolde waterreservoir dat zich uitstrekt over de verdiepingen 5 tot en met 10. Dit zogeheten hangbodemreservoir, zo’n 10 m. in diameter, rust op een betonnen ring, ondersteund door de gevel van metselwerk. Het reservoir heeft zelf ook een gemetselde huid, bevestigd op stalen stijlen en ‘windringen’. De spouw van zo’n 60 cm tussen de huid en het skelet van het reservoir is toegankelijk via een trappenstelsel.
De entree tot de woning en de toegang tot een eigen lift zijn gesitueerd op de vierde verdieping, alwaar het plafond wordt gemarkeerd door de onderzijde van het reservoir van roodbruin, geklonken plaatstaal. Door een incisie in de stalen huid voert een hangtrap naar de vijfde verdieping: een vrij indeelbare ruimte op de bodem van het vat die zich gemakkelijk leent voor een huisconcert of private filmvoorstelling. De zesde verdieping, ontsloten door een vaste houten trap, biedt plaats aan drie logeervertrekken met bijbehorende faciliteiten. Grotere insnijdingen in het vat staan hier garant voor voldoende daglicht en ruim uitzicht.
Ronduit panoramisch is de uitkijk vanaf de zevende verdieping met de hoofdslaapkamer, bad- en kleedruimten. Hier is een doorbraak gemaakt in zowel het vat als de gemetselde buitengevel. De oorspronkelijke verticale ramen in het metselwerkgevel zijn behouden en lopen ook door in het nieuwe venster. Een loggia op niveau 8 versterkt de relatie met het omringende landschap.
Een verdieping hoger zijn de sparingen in het vat en vergrote ramen in de gevel zelfs multifunctioneel. Ze leveren uitzicht, daglicht en extra berg- en zitruimte in de keuken. De grote vide met trap ontsluit de woonkamer op de negende verdieping en introduceert de opzienbarende kapconstructie van staal en hout. Onder de kap zijn rondom panoramaramen ingebracht. De nieuwe woonkamervloer is zó op hoogte gesteld, dat de bewoners vanuit de luie stoel over de einder kunnen turen.
Zoals op de andere torenlagen, zetten de authentieke industriële componenten van de watertoren, zoals de bakstenen gevel met antracietkleurige stalen kozijnen, de lichtgrijze stalen spanten van de kap en het gebruinde plaatstalen reservoir, de toon voor het interieur. Witte binnenwanden en plafonds en notenhouten accenten in vloeren en meubels voegen visueel contrast en modern gerief toe.
Om de nieuwe functie van de toren en de daartoe gewenste bouwkundige ingrepen te faciliteren, hebben constructeurs I-saac en IMd de constructies van de dragende metselwerkwanden en het stalen vat waar nodig aangepast. In het vat zijn de houten vloeren versterkt en nieuwe, lichtgewicht staalplaat-betonvloeren aangebracht.
Buiten blijft de toren vrij en opvallend de Amsterdamsestraatweg sieren. Met commerciële functies in de plint, stelt het gebouw zich nu ook open voor het publiek. Wel zijn aan de achterzijde woningen en een parkeergebouw bedacht, waardoor de kavel van het erfgoed veilig wordt ingekaderd.
- Foto’s: Stijn Poelstra.